Henk Peeters is organisatorisch het meest actieve lid van de Nul-groep; hij legt de internationale contacten, organiseert tentoonstellingen en schrijft kunsttheoretische beschouwingen. Hij is het ook die als eerste actief deelneemt aan tentoonstellingen met Zero, en hij is het fundamentele concept van de Nul-beweging tot op de dag van vandaag trouw gebleven.
Door middel van zijn kunstwerken wil hij de toeschouwer bewust maken van zijn omgeving, wil hij als het ware een sensitieve bewustwording teweeg brengen. De materialen die hij kiest voor zijn werken hebben niet zelden een zeer tactiele aantrekkingskracht, terwijl hij tegelijkertijd een zekere onaanraakbaarheid creëert; zo plakt hij kaars lonten achter plastic folie, of zet hij gaas voor watten. Ook bewerkt hij doeken met vuur, waardoor er sporen van walm achter blijven, of brandt hij gaten in plastic, de zogeheten ‘pirografieën’. Met deze - vaak witte- werken is hij visueel nauw verwant aan de Duitse Zero-kunstenaars. Maar ook is er een duidelijke relatie met het Nouveau Réalisme; Peeters gebruikt eveneens ready mades, die hij koopt bij goedkope warenhuizen en isoleert in het kunstwerk, waarbij hij een voorkeur heeft voor moderne industriële materialen als plastic en nylon. Hij zei eens: ‘Met mijn werk heb ik altijd gewild dat het er net zo fris uitzag alsof het bij de HEMA lag. Het moest niet het verkunstelde hebben… Artistieke watten hoefde ik niet’.




