Het atelier van Jurriaan Molenaar is zeer overzichtelijk, de wanden schoon en strak, zijn grote werktafel ordelijk. Op de grond staan honderden potjes met pigment, in deze sobere ‘architectuur-studio’ een bijna ongewone kleurenzee.
Lijn, licht en ruimte bepalen het beeld in de schilderijen van Jurriaan Molenaar. Lege ruimtes bij voorkeur. Architectuur, meer nog: ruimte boeit hem, vooral op het platte vlak, het doek.
De wetten van het perspectief en de meetkunde beheerst deze ‘bèta-man’ tot in de kleinste details. Vensters in een muur, een zwembad, een open deur. Het lijken meetkundige proeven met de complicatie van diverse verdwijnpunten. Molenaar zoekt speling in de meetkunde, speling in het perspectief en de verdwijnpunten, echter zonder deze geweld aan te doen. Op het eerste gezicht zeer realistisch weergegeven, blijkt bij nader inzicht er toch een kleine torsie te zitten in de vorm van het zwembad en is de gezichtshoek van het venster in de muur bijna onwaarschijnlijk; speling in wat echt lijkt. Kleuren in de schilderijen van Molenaar zijn sober en monochroom. Om diepte of licht te suggereren maakt hij geen gebruik van toon- of kleurwisselingenen. Wel zijn de kleurvlakken met uiterste precisie aangebracht, bijzonder gevoelig ook: iedere penseelstreek is zichtbaar. En daar ligt voor de goede beschouwer ook de warmte, de poëzie.