Het eerste exemplaar van de monografie zal worden uitgereikt aan Dr. Charles de Mooij, directeur Noordbrabants Museum.
Ton Frenken: Jurist, journalist, scherp criticus en recensent, doortastend en volhardend organisator van de Bossche Jeroen Boschtentoonstelling in 1967. Maar bovenal was en voelde Ton zich kunstenaar, schilder.
Een intellectuele, filosofische benadering van de kunst hielp hem zijn thema's te vinden, vaak met een meditatief karakter. Zelden heftig, altijd beheerst, zoekend naar licht, naar evenwicht en diepgang. Hoewel opgevoed en opgeleid in een katholiek milieu, stelde hij al vroeg kritische vragen, waarvan de antwoorden hem met zijn intellectuele benadering niet bevredigden. Wat bleef was een grote kennis van en interesse voor de Joods/Christelijke cultuurgeschiedenis. Hij kende zijn "klassieken" en putte eruit. Vanuit die optiek abstraheerde Frenken zijn fascinatie voor de Romaanse bouwkunst, de Middeleeuwen en Renaissance.
Prachtige voorbeelden hiervan zijn enkele series schilderijen geïnspireerd op de vroeg-Renaissance kunstenaar Cimabue en de op Franciscus gebaseerde Via Mystica. Ontdaan van elke religieuze connotatie zijn het volkomen abstracte beelden geworden die grote diepgang verraden.
Op mijn verzoek schreef hij enkele jaren geleden de inleiding bij onze presentatie en inzending voor de FIAC in Parijs.
Hij beschreef twee aanduidingen in de kunstbeschouwingen van de laatste decennia: een Apollinische en een Dyonisische. Het Dyonisische staat voor de heftigheid, het gevoel, het expressionisme. Zelf schaarde hij zich bij de Apollinische benadering van stilte, balans en orde, van Vermeer en Mondriaan, van Saenredam en Morandi, van het afgewogen oordeel en de intellectuele benadering.
Het is ook op deze FIAC geweest dat de schilderijen van Ton de aandacht trokken van de in Zwitserland wonende Nederlandse verzamelaar en James Joyce-kenner Leo Koenders († 2012). Ik vermoedde dat op intellectueel en op artistiek niveau verzamelaar en kunstenaar veel overeenkomsten vertoonden. Het contact tussen Koenders en Frenken was snel gelegd.
Met enthousiasme en wijsheid begon hij aan een opdracht, welke zijn laatste zou blijken te zijn: een unieke, bibliofiele uitgave met schilderingen en tekeningen, gebaseerd op de Ulysses van James Joyce.
Zijn artistieke werk was op tijd klaar; de samenstelling en presentatie heeft hij niet meer mogen meemaken.
Ton Frenken (1930-2004) schiep een prachtig oeuvre, met groot respect voor historie en traditie, maar met een onmiskenbaar eigen en hedendaagse signatuur.
Amsterdam, Paul van Rosmalen
Rode Ruit 1988, acryl en olie op linnen 180 x 160 cm
Atelier in de tuin 2000, olie op linnen 60 x 50 cm
Lichtend Perspectief 1993-1994, acryl en olie op linnen 180 x 330 cm [vijfluik]
Schaduw v.d.sneeuw II 1985, 80 x 80 cm
Zonder titel 1989, 40 x 35 cm
Statie III 1996, 90 x 140 cm [drieluik]
Zonder titel, 180 x 160 cm
Bloei 1979, 50 x 50 cm
Gedicht nr.5 1978, 50 x 50 cm
De weg naar Dettey 1998, potlood op papier 40 x 32 cm
Dat mijn lectuur slechts is de vloer te lezen...1995, potlood op papier 40 x 32 cm
Kluwen 1991, potlood op papier 40 x 32 cm
Deel dit item
facebook twitter